In haar natuurlijke habitat groeit Drosera praefolia op natte, voedselarme plaatsen met weinig begroeiing, zoals open bossen en lemige bodems. Dit verklaart waarom de plant tijdens de groei altijd constant vochtig gehouden moet worden en drassige omstandigheden uitstekend verdraagt. Drosera praefolia vormt een compact rozet van groene bladeren, elk voorzien van glinsterende dauwdruppels op de vangklieren. Deze klieren zorgen ervoor dat de plant effectief kleine insecten kan vangen en verteren, wat bijdraagt aan een gezonde groei.De bladeren reageren op licht: bij voldoende helder licht kleuren ze vaak intenser, terwijl ze bij minder licht meer groen blijven. De bloemen verschijnen wanneer het rozet volgroeid is en zijn een subtiele aanvulling op de compacte rozet.

Drosera praefolia komt voor in het zuidwesten van Australië op natte plaatsen met weinig begroeiing. De soort groeit op lemige, voedselarme gronden, soms in open bossen. Voor een optimale groei, zorg voor een temperatuur van ongeveer 25 graden Celsius overdag. ’s Nachts mag de temperatuur dalen tot minimaal rond de 15 graden Celsius. In de lente en de zomer kan deze plant ook buiten gehouden worden, plaats de plant niet direct in de volle zon maar laat deze eerst wennen. Haal de plant naar binnen als temperatuur lager dan 15 graden Celsius wordt. Plaats de Drosera praefolia in een mineraalrijk grondmengsel wat zo weinig mogelijk voedingsstoffen en andere zouten bevat en veel vocht kan vasthouden. Een arm turf- of zandmengsel zijn hier voorbeelden van. Geef deze zonnedauw zoveel mogelijk licht; helder direct licht of sterk kunstmatig licht is optimaal. Zorg ervoor dat deze soort nooit uitdroogt tijdens de groei. Drassige omstandigheden worden goed verdragen, je kan de plant altijd in een schaaltje water laten staan. Gebruik altijd mineraalarm water, kraanwater bevat vaak te veel mineralen wat de gevoelige wortels van de plant beschadigd. Voeding wordt bijna nooit gegeven, wel kan je deze plant eens in de maand ‘voeren’ door gevangen insecten te geven.