De dwergzonnedauw Drosera patens komt slechts op vier plekken voor in West-Australië. Zijn totale habitat is niet groter dan een paar vierkante kilometer, wat de soort kwetsbaar maakt. Het gebied ligt dicht bij de zee en moerasgebied waardoor het er bij tijde vochtig kan zijn. Drosera patens maakt hier dankbaar gebruik van door het vocht om te zetten in plakkerige ‘dauwdruppels’ op zijn bladeren, waarmee de plant prooi vangt. Insecten landen op de bladeren en komen vervolgens vast te zitten. Het blad rolt zich dan op zodat de prooi verteerd kan worden. Drosera patens wordt ongeveer 2,5cm groot en krijgt wel meer dan tien bloemen.

Het zal Drosera patens goed doen hem op een zo licht mogelijke plek te zetten. Het blad kleurt hier mooi rood van en de vleeseter zal harder gaan groeien. Zorg voor een temperatuur van rond 22⁰C. Laat deze nooit boven 32⁰C of onder 8⁰C komen. Een luchtvochtigheid van minimaal 60% en maximaal 80% is belangrijk om goede dauwdruppels te kunnen vormen. Gebruik als ondergrond een mix van turf en zand in gelijke hoeveelheden. U kunt de turf ook vervangen met grof veenmos. U kunt dit vinden in onze sectie ‘plant toebehoren’. Houd de ondergrond continu vochtig, maar dan wel met regen- of gedestilleerd water. Het is mogelijk Drosera patens te voeren. Doe dit met kleine prooi, omdat grote insecten op den duur kunnen gaan schimmelen en de plant schade aandoen. Mocht er toch schimmel ontstaan dan is dit eenvoudig te verhelpen met een beetje alcohol op een wattenstaafje. Knip oude bloemen en bloemstengels af.