Drosera neocaledonica is een zeldzame, vleesetende plant uit de zonnedauwfamilie die compacte rozetten vormt van enkele centimeters breed. Net als andere soorten binnen het geslacht Drosera beschikt deze plant over bladeren met speciale klieren waarmee ze kleine insecten vangt en verteert. Drosera neocaledonica blijft relatief compact, waardoor ze ideaal is voor terraria of een zonnige vensterbank. De plant groeit als een rozet, waarbij de bladeren vanuit het midden van de plant uitwaaieren. Elk blad heeft een ovaal vangoppervlak dat bezaaid is met glinsterende dauwdruppels. De rozet en de bladeren zijn dicht behaard, wat de plant een zacht en luxueus uiterlijk geeft.Wanneer het rozet volgroeid is, kan Drosera neocaledonica bloeien. De bloemstengels zijn relatief lang, waardoor bestuivers zelden per ongeluk gevangen worden. De bloemen zijn wit en kunnen op willekeurige momenten in het jaar verschijnen. Vermeerdering van deze tropische zonnedauw kan eenvoudig door bladstekken van de moederplant of door zaad. In de natuur komt deze soort uitsluitend voor op hooggelegen turfvlaktes, ongeveer 1000 meter boven zeeniveau, in de zuidelijke helft van Nieuw-Caledonië. Botanisch wordt aangenomen dat Drosera neocaledonica afstamt van Drosera spathulata, wat haar unieke erfelijke kenmerken verklaart.

Drosera neocaledonica komt alleen voor op het eiland Nieuw-Caledonië op voedselarme locaties. Voor een optimale groei, zorg voor een temperatuur van ongeveer 25 graden Celsius overdag. ’s Nachts mag de temperatuur dalen tot rond de 15 graden Celsius. In de lente en de zomer kan deze plant ook buiten gehouden worden, plaats de plant niet direct in de volle zon maar laat deze eerst wennen aan het licht. Haal de plant naar binnen als temperatuur lager dan 15 graden Celsius wordt. Plaats Drosera neocaledonica in een mineraalrijk grondmengsel wat zo weinig mogelijk voedingsstoffen en andere zouten bevat en veel vocht kan vasthouden. Een arm turf- of zandmengsel zijn hier voorbeelden van. Geef de plant zo veel mogelijk licht; helder direct licht of sterk kunstmatig licht is optimaal. Zorg ervoor dat de grond nooit compleet uitdroogt. Drassige omstandigheden worden goed verdragen, het is mogelijk om de plant altijd in een schaaltje water te laten staan. Gebruik altijd mineraalarm water, kraanwater bevat vaak te veel mineralen wat de gevoelige wortels van de plant beschadigd. Voeding wordt bijna nooit gegeven, wel kan je deze plant eens in de maand ‘voeren’ door gevangen insecten te geven.