Drosera ericksoniae komt oorspronkelijk uit Zuidwest-Australië, waar de soort zich heeft aangepast aan het leven in een gebied waar maar weinig voor planten te halen is. De plant draagt talrijke klieren die een kleverige stof aanmaken. Het is deze stof waar de vleeseter zijn Nederlandse naam ‘zonnedauw’ aan te danken heeft. Insecten die vast komen te zitten op de bladeren worden langzaam omrolt door de bladeren en vervolgens verteerd in de licht zure stof. Drosera ericksoniae bloeit met meerdere paarse bloemen die op een lange steel boven het groenrode bladerrozet uitsteken.

Drosera ericksoniae kan worden behandelt als andere soorten uit het westen van Australië. Deze soorten kennen een jaarcyclus die sommige ook bij u thuis aanhouden. Gedurende warme zomermaanden gaan de zonnedauwen in rustfase om vervolgens weer uit te schieten in de winter. Laat de temperatuur in de winter rond 15⁰C balanceren. In de zomer mag deze hoger liggen, maar niet boven 30⁰C omdat de plant in dat geval uit kan drogen. Een luchtvochtigheid van rond 70% is optimaal. Zorg voor een ondergrond waar weinig voedingsstoffen in zitten. Een gelijkmatig mengsel van zand en turf heeft deze eigenschappen. Wij bieden dit aan in onze sectie ‘plant toebehoren’. Tijdens de groei moet Drosera ericksoniae constant vochtige voeten hebben. Wij raden aan de pot in een schoteltje met regen- of gedestilleerd water te zetten. U kunt de plant voeren met kleine insecten. Echter niet te veel of te grote prooi, want dan kan deze gaan schimmelen. Wanneer dit toch gebeurt, is het belangrijk het blad te ontsmetten met een kleine hoeveelheid alcohol of schimmeldodend middel op een wattenstaafje. Knip oude bloemen inclusief steel uit de plant.