Tillandsia juncifolia is een luchtplant welke voorkomt in Midden tot Zuid Amerika. De plant bestaat uit een dicht rozet van zeer dunne en lange, lancetvormige bladeren. De bladeren zijn gevouwen en hebben een dikke laag aan stervormige haren die in staat zijn om water uit de lucht te halen. De bladeren lijken door deze haren grijsgroen tot mintkleurig. Wanneer de plant besproeid wordt, kleuren deze meer groen. De plant maakt wortels aan welke enkel dienen als houvast; water en nutriënten worden opgenomen door de bladeren. Per volwassen rozet wordt er, meestal in de zomer, een roze aar geproduceerd. Deze heeft een lange steel en een verdikt cluster aan bloemen aan het einde. De bloemen zijn langwerpig, buisvormig en hebben een paarse kleur. De opvallende meeldraden steken uit de bloemen en zijn felgeel. Bloemen worden bestoven door kolibries. Vermeerderen kan door nieuw gevormde rozetten van de moederplant af te halen en apart op te kweken.

Tillandsia juncifolia groeit van nature aan takken in de toppen van tropische bomen. Deze soort kan gekweekt worden in kassen en op zonbeschenen vensterbanken. Houdt deze soort tussen de 14 en 30 graden. De plant is niet gevoelig voor een lage luchtvochtigheid, zorg voor een goede ventilatie. Geef de plant een zeer helder belichte plek. Directe zon, ook in de middag, wordt na langzaam aanwennen goed verdragen. Deze plant hoort niet in de aarde thuis; het opbinden op een stuk schors of tak is aan te raden. Besproei de plant geregeld, het liefste met regenwater. Af en toe onderdompelen voor een korte tijd komt de groei ten goede. Bemest de plant door een keer per maand een zeer lage dosering plantenvoeding voor orchideeën op te lossen in het water.