Drosera scorpioides komt voor in ruige en open verstoorde plekken in het zuidwesten van Australië. Hier heeft hij samen met vele andere Drosera-soorten leren overleven door middel van het vangen van dierlijke prooi. De planten dragen klieren op hun bladeren met een vloeistof dat insecten zowel kan vangen als verteren. Zonnedauwen uit dit gebied gaan in de droge zomer in rustfase door de bladeren tot knoppen te verkleinen. Deze knoppen zijn bij Drosera scorpioides bijzonder groot. Wanneer het weer vochtiger en koeler is komen de bladeren en roze bloemen van de plant tevoorschijn. Deze soort wordt ongeveer 10cm groot.

Drosera scorpioides kan worden verzorgd op dezelfde manier als de andere soorten uit het westen van Australië. Het is belangrijk om de plant veel licht te geven. Dit zorgt naast een snelle groei ook voor een prachtige rode kleur. Het is mogelijk om deze soort het hele jaar in bloei te houden door hem geen kans te geven in ruststand te gaan. Dit doet u door de temperatuur tussen 18⁰C en 25⁰C te houden en de luchtvochtigheid op een niveau van 80% te houden. Gebruik als ondergrond een mengsel van veenmos of turf met een gelijke hoeveelheid zand. U kunt dit vinden in onze sectie ‘plant toebehoren’. De grond moet tijdens de bloei continu vochtig blijven, wat gemakkelijk te bereiken is met een schotel met regen- of gedestilleerd water onder de pot te plaatsen. U kunt de plant voeren met kleine insecten. Echter niet te veel of te grote prooi, want dan kan deze gaan schimmelen. Ontsmet het blad van Drosera scorpioides in dat geval met een wattenstaafje dat in alcohol is gedoopt. Knip uitgebloeide bloemen inclusief stelen uit de plant.