Raphionacme burkei behoort tot de familie Asclepiadaceae (voorheen ook in Apocynaceae ingedeeld). In het wild komt deze caudexplant voor in droge gebieden van Zuid-Afrika en Botswana. De knol, ook wel caudex genoemd, groeit deels boven de grond en kan uiteindelijk een diameter van tot 40 cm bereiken. Bovenaan de knol groeien de stengels en bladeren, terwijl in het voorjaar kleine, groen-gele bloemen verschijnen. Historisch gezien gebruikten de Bushmen in Zuid-Afrika deze plant in droge seizoenen vanwege de wateropslag in de knol. Tegenwoordig worden de planten gekweekt in Zuid-Afrika en naar Europa getransporteerd. De knol dient als opslagplaats voor water en voeding, waardoor de plant lange droge periodes kan overleven. Dit maakt Raphionacme burkei bijzonder makkelijk te verzorgen, vooral omdat de planten van Araflora al grote, volwassen knollen hebben.

Een Raphionacme burkei caudex plant groeit het beste op een warme, half beschaduwde plaats. Verzorging van Raphionacme burkei De verzorging van deze exotische kamerplant is eenvoudig mits enkele richtlijnen worden gevolgd: Standplaats: Een warme, half beschaduwde plek is ideaal. Te veel felle zon kan de bladeren beschadigen. Water geven: In het groeiseizoen iets meer water geven, maar de grond moet altijd goed drogen tussen gietbeurten. Tijdens de rustperiode bijna geen water. Plantenvoeding: Geef tijdens het groeiseizoen af en toe voeding om de plant te ondersteunen. Snoeien: Eens per jaar zullen bladeren en stengels afsterven; deze kunnen worden weggeknipt. Ook kan de plant eenvoudig worden gesnoeid als hij te groot wordt. Grond: Gebruik goed doorlatende cactus- of vetplantengrond, eventueel gemengd met perliet of puimsteen. Verpotten: Alleen indien nodig, meestal om de paar jaar. Laat de knol deels boven de grond uitsteken voor een decoratief effect. Met de juiste verzorging groeit Raphionacme burkei langzaam uit tot een indrukwekkende, sculpturale plant. Dankzij de grote knol en opgeslagen reservestoffen is deze plant zelfs voor beginners goed te onderhouden en overleeft hij periodes van te weinig water of voeding moeiteloos.