Paphiophiopedilum delenatii bloeit in de winter en het vroege voorjaar met een of twee bloemen op een rechte tot 20 cm lange stengel. Het opstaande en de twee afstaande bloembladen zijn nagenoeg wit en de pantoffelvormige lip heeft een mooie contrasterende rozerode kleur. Het blad is fraai gevlekt.

Paphiophiopedilum delenatii verlangt een lichtbeschaduwde plek en zeker geen volle zon. Zomers vraagt hij overdag een hoge temperatuur van rond de 26 ° C en ’s nachts zo mogelijk een graad of 8 koeler. In de winter is een dagtemperauur van 21 graden en een nachttemperatuur van 15 graden voldoende. Het hele jaar door vraagt hij een hoge luchtvochtigheid van minimaal 75 % . Als potgrond wordt een goed doorlatende luchtige orchideeëngrond van bark en veenmos aanbevolen. De plant moet regelmatig gegoten worden, maar laat de grond tussen de gietbeurten ook opdrogen; vooral als er veel veenmos in het substraat zit, is dat noodzakelijk. Om de twee weken orchideeënvoedsel in en lage concentratie geven en zo nu en dan de grond doorspoelen om overtollige zouten te verwijderen. Dat houdt in dat de grond kletsnat gemaakt moet worden zodat het water er uit loopt en daarna goed laten opdrogen. In de winter krijgt deze soort een rustperiode waarin veel minder water wordt gegeven en er ook geen voedsel wordt toegediend. Het verdient aanbeveling om de plant na de bloei, als de vorming van nieuwe wortels weer start, te verpotten in nieuwe grond. De grond na het verpotten niet teveel aandrukken en de plant op dezelfde hoogte in de grond zetten als hij eerder stond.